Overheid moet zich richten op energiegedrag huishoudens
In de afgelopen jaren is het energieverbruik van Nederlandse huishoudens enorm gedaald. Toch valt er nog veel meer te besparen op onze energiekosten. Consumenten realiseren niet hun maximaal haalbare energiebesparing, volgens recent onderzoek, een samenwerking van Tilburgse hoogleraren.
“Mensen die hun huis energiezuiniger maken, blijken minder kritisch te worden in hun energieverbruik. Willen we het energieverbruik verder laten dalen, dan zullen we ons ook moeten richten op gedrag”, aldus Tilburgse hoogleraar vastgoedeconomie Dirk Brounen. Consumenten lijken na het verbeteren van de energiezuinigheid van de woning het gevoel te krijgen dat het verder vanzelf gaat. Of dat de aanpassing afdoende is en verder niet gelet hoeft te worden op energieverbruik.
Energiezuinig wonen
Met twee collega’s van Tilburg University en Maastricht University onderzocht Dirk Brounen de manier waarop de energiezuinigheid van het huis en de leefstijl van de bewoners elkaar beïnvloeden. Daarbij werd het gasverbruik van 670.000 Nederlandse huishoudens bekeken en de veranderingen in kwaliteit van de panden en gedrag van de bewoners. Uitgangspunten waren daarbij de energielabels van de woningen en de weersomstandigheden, waarvan met name de dagtemperaturen.
Wat blijkt? De thermostaat gaat langzaamaan weer omhoog wanneer een woning energiezuiniger en daardoor goedkoper warm te stoken is. “Het gedrag van mensen past zich aan aan de situatie, aan de geïsoleerde woning. We noemen dit het rebound effect.” aldus Brounen.
Energieverbruik en -gedrag
De ‘verslapping’ van de aandacht voor energieverbruik komt volgens het onderzoek voor bij 41 procent van de huurders en bij 27 procent van de huiseigenaren. Wanneer een huis 100 procent energiezuiniger wordt, dan betekent dat een energiebesparing van 59 procent voor huurwoningen en 73 procent voor koopwoningen.
Hier is een schone taak weggelegd voor de overheid, volgens de onderzoekers. “Het huidige beleid is vooral gericht op het verbeteren van de woning. Nu we weten dat ook de leefstijl van bewoners van invloed is op het uiteindelijke energieverbruik, zou overheidsbeleid zich ook moeten richten op het beïnvloeden van dit gedrag.” Daarbij wordt gedacht aan het continu geven van prikkels, actuele informatie over het energieverbruik en dus gedrag. Bijvoorbeeld door informatiedisplays die het energieverbruik inzichtelijk maken.